Het Straten van de Guld

"Dor hedde de guld, dor hedde de guld Dor hedde jandomme de guld........" Dat was het begin van een liedje, dat wij als Stratense kinderen zongen op de maat van een gildemars. En die guld uit het liedje was voor ons Sint Joris uit Straten. Een andere guld bestond niet in ons kleine wereldje. Ook de gedachte dat er misschien wel enig verband bestond tussen ons woord guld en de ambachtelijke gilden uit ons geschiedenisboekje kwam niet in ons op. De guld, was de guld en gilde was geschiedenis. Laten we daarom, als we het over het Stratense gilde hebben, zoveel mogelijk het woord guld gebruiken. Dat past beter bij Sint Joris (Sint Jurris) en bij Straten. Volkomen onwetend waren we ook over de ouderdom van de guld, maar daarin stonden we niet alleen. Zelfs nu nog zijn kenners niet zeker van het precieze tijdstip van het ontstaan van de schuttersgilden. Dus ook niet van ons guld. Enkele zaken weten we echter wel.

 

De meeste Sint Jorisgilden zijn van oorsprong schuttersgilden, die have en goed van de burgers moesten beschermen. Als ons guld ook zo'n beschermende functie heeft gehad, moet ze in ieder geval opgericht zijn vóór dat het buskruit algemeen in wapens gebruikt werd. Anders zou Sint Joris wel met geweren uitgerust zijn in plaats van met pijl en boog. Een andere gevolgtrekking is, dat Straten bij de oprichting van de guld zó belangrijk geweest moet zijn, dat een eigen schutterij nodig was. (In Oirschot dorp was ook al een Sint Joris schutterij).

 


Overheid

Hoofdman: Toine van Hout

Koning: Joris Vingerhoeds 

Vaandrig: Sjef Vingerhoeds

Schrijver: Huib Hamers

Rentmeester: Erik van Hout

Deken: Peter van de Berkmortel

Deken: Toon Oomen

Knecht: Jean-Paul van de Berkmortel

 Straten is dus geen buurtschap die de laatste eeuwen uitgegroeid is. Het tegendeel is waar. Straten, vooral de kern is oud en in het verleden belangrijker geweest dan nu. Waarschijnlijk is de kern zelfs ouder dan een middeleeuws akkerdorp, waar het alle kenmerken van heeft. Vermoedelijk heeft er een Romeinse villa gestaan waar later van de restanten het tufstenen boterkerkje (nu Protestantse kerk) aan ’t Vrijthof in Oirschot gebouwd is. Per slot van rekening was de oude hertgang Straten een veel groter gebied, dan de tegenwoordige buurt. Het omvatte ook het Moleneind, de Stad, de Keuterstraat (Pallande), Snepseind (Liempdsedijk), het Laageind (de Fransman/Lopensestraat), Heerebeek enz. Zelfs een stuk van de Oirschotse hei hoorde bij Straten.


In 1853 wordt een nieuwe Antoniuskapel gebouwd, precies in het midden van de driehoek. Ondertussen zijn er ook plannen voor een nieuwe ‘kunstweg’ tussen Oirschot en Best in de maak. Daarbij ontstaat natuurlijk enig geharrewar over de beste ligging. Moet hij midden door Straten komen, via de lijksteeg (begon in de Bollen, tegenover nummer 6) naar Aarle of is het beter de beide kernen links te laten liggen? Dat het de laatste mogelijkheid is geworden, is duidelijk. De Stratense molenaar profiteert onmiddelijk van de moderne harde route. Als de oude molen op de hei afgebroken is laat hij in 1859 een nieuwe bouwen langs die Bestseweg. De guld, die zijn schietterrein bij de oude molen had, verhuist niet mee. Waar de stilstand van Straten begonnen is, is niet duidelijk, maar als in 1903 de paters Montfortanen onze buurtgenoten worden, is Straten al een stille buurtschap. Rond 1900 komt er nog wel een boterfabriekje, later café, vervolgens kruidenierswinkel en rond 2000 een compleet nieuw woonhuis. Rond 1920 wordt het kanaal gegraven. Straten wordt van haar hei gescheiden en de guld verlaat zijn eeuwenoude schietterrein dat door het kanaal te moeilijk bereikbaar is geworden. Het café in de kern verdwijnt geruisloos en als in 1978 de laatste kruidenier zijn winkeldeuren voorgoed sluit wordt het stil in Straten. Wat gebleven is: een mooie oude kern met kapel, een school, een café, de mulder en natuurlijk.....de guld!